ONDERZOEK NAAR NIEUW-GUINEA, PAPUA-INDONESIË EN DE RELATIE MET NEDERLAND

SSNCE zet zich in voor onderzoek naar NIEUW-GUINEA, PAPUA-INDONESIË en de relatie met Nederland

Maandag 4 november 2024 vond in Contact der Continenten te Soesterberg de presentatie plaats van KRONIEK VAN NIEUW-GUINEA, PAPUA-INDONESIË van de hand van Prof. R.Hoksbergen. Het ging hierbij om een standaardwerk van bijna 2000 pagina’s in drie banden uitgebracht door uitgeverij Aspekt dat mede gerealiseerd kon worden door een uitgave-subsidie van de SSNCE. Er waren bijna 200 mensen aanwezig bij de waardige presentatie.

 

KRONIEK VAN NIEUW-GUINEA, PAPUA-INDONESIË - VAN ONTDEKKING TOT VRIJHEIDSSTRIJD, 1500 TOT HEDEN. EEUWENOUDE PAPUAVOLKEN, SPEELBAL VAN DE WERELDGESCHIEDENIS, IN HUN VOORTBESTAAN BEDREIGD

VERSCHIJNT 4 NOVEMBER 2O24

Een monumentale, driedelige kroniek van ongekende diepgang over de rijke geschiedenis, cultuur, tragedie en de aanhoudende vrijheidsstrijd van Papua. Dit is het volledige verhaal van tamelijk onbekende volken, die ondanks alles blijven vechten voor hun land, levensstijl en vrijheid. Opgetekend door Prof. Dr. René Hoksbergen, die na meer dan 10 jaar onderzoek en 60 jaar betrokkenheid, met deze kroniek wil bijdragen aan meer kennis over land en volken. Hij hoopt op internationale aandacht en steun voor de bedreigde Papua’s.

Papua, het op één na grootste eiland ter wereld, is een land van contrasten en veerkracht. Duizenden jaren lang leefden de Papua-volken geïsoleerd door ondoordringbaar oerwoud, hoge bergen en uitgestrekte moerassen. Elk volk kende zijn eigen taal, religie en tradities. De rijke culturele diversiteit werd in de 19e eeuw doorbroken door de komst van westerse ontdekkingsreizigers, zendelingen en missionarissen, die grote veranderingen met zich meebrachten. De Tweede Wereldoorlog bracht verschrikkingen door de Japanse bezetting. Na de oorlog probeerde Nederland de Papua’s naar zelfstandigheid te leiden, maar dit werd gedwarsboomd door de nieuwe Indonesische Republiek. Onder Amerikaanse druk werd Papua in 1963 overgedragen aan Indonesië, wat leidde tot grootschalige exploitatie en onderdrukking van de Papua-bevolking.

Deze kroniek beschrijft de impact van de kolonisatie en de huidige situatie van de Papua’s. Ontbossing, mijnbouw en massale transmigratie, vooral vanuit Java, veranderden hun leefomgeving drastisch. Hun cultuur en bezitsrechten staan onder zware druk. Toch duurt de strijd voor onafhankelijkheid en mensenrechten voort, zoals blijkt uit de gijzeling van een Nieuw-Zeelandse piloot begin 2023.

Met 2.000 pagina’s aan gedetailleerde beschrijvingen en analyses, gebaseerd op gesprekken met Papua’s en andere betrokkenen en 800 geraadpleegde bronnen, biedt dit monumentale werk een diepgaande kijk op de geschiedenis, cultuur en politieke situatie van Papua. Deze kroniek is essentieel voor iedereen die meer wil begrijpen van de geschiedenis en cultuur van de Papua’s en de bredere context van genegeerde mensenrechten.

Hoofdstukken omvatten:

  • De ontdekking van Nieuw-Guinea en de vroege Europese verkenningen.
  • De sociale structuren en cultuur van de Papuastammen.
  • De impact van de Nederlandse kolonisatie en de overdracht aan Indonesië.
  • De huidige situatie en de strijd voor onafhankelijkheid en mensenrechten.

 

Prof. Dr. René Hoksbergen, emeritus-hoogleraar adoptie aan de Universiteit Utrecht, combineert wetenschappelijke kennis met persoonlijke ervaringen als Nederlands veteraan in en bezoeker van Nieuw-Guinea. Ruim tien jaar lang werkte hij aan deze kroniek. Hij schreef veel boeken en artikelen over volwasseneneducatie, adoptie, Papua, e.a. en ziet parallellen tussen geadopteerden en Papua’s vanwege het verlies van hun identiteit.

 

Auteur: Prof. Dr. René Hoksbergen

ISBN: 9789464872286

Prijs: € 99,95

Het project ‘Arbeitseinsatz’

Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn naar schatting 500.000 Nederlandse jongens en mannen dwangarbeider geweest, verreweg de meesten in de Duitse oorlogsindustrie. Op een bevolking van destijds 9 miljoen, met daarvan 3 miljoen tussen de 20 en 45 jaar, was dat een derde van de mannelijke beroepsbevolking, die ver van huis en haard, gedwongen aan het werk was. Vaak in barre leef- en oorlogsomstandigheden. Zeker 30.000 van hen zijn nooit meer thuisgekomen. Zij die vaak maanden na de oorlog weer thuiskwamen, waren zwaar ondervoed en brachten naast allerlei ziekten ook oorlogstrauma’s mee.

Vergeleken met het trieste lot van de Nederlandse joodse landgenoten en het verzet is dit deel van onze oorlogsgeschiedenis nauwelijks bekend. Wat die jongens en mannen hebben meegemaakt kunnen ze zelf niet meer vertellen; zij zijn niet meer onder ons. Dat er zo weinig over is gepubliceerd, heeft meerdere achtergronden. Toen de mannen weer thuis kwamen lag ons land in puin, en was er weinig of geen aandacht voor hun verhalen. De thuisblijvers hadden zelf ook veel meegemaakt, de handen moesten uit de mouwen, het land weer opgebouwd. Ook later in hun leven hebben ze er niet veel over gesproken. Veel van hen zeiden tegen hun kinderen en kleinkinderen over hun dwangarbeid: ‘Nee, dat ga ik niet vertellen, dat wil je niet weten’. En daarnaast hadden velen zodanige trauma’s opgelopen, dat het door henzelf ook ver was weggestopt.

Voor het project Arbeitseinsatz heeft Henk van der Linden in het boek ‘Niet willen weten’ een groot aantal verhalen van dwangarbeiders bijeengebracht, opdat wij allen weten wat die gewone jongens en mannen destijds is overkomen. Verhalen door henzelf opgeschreven of aan anderen verteld. De meeste afkomstig uit de archieven van lokale heemkundige en historische instellingen. Vandaar de titel van dit boek ‘Niet willen weten’.

Dat het toen om zo’n 30 procent van de Nederlandse beroepsbevolking ging is niet of nauwelijks bekend. En al helemaal niet hoe dat alles heeft kunnen gebeuren. Wie speelden daarin de hoofdrol? Wat was de rol van de Nederlandse hoge ambtenaren, vooral die bij het ministerie van Sociale Zaken? Wat deden de ambtenaren bij de arbeidsbureaus? Welke mogelijkheden waren er om aan de Duitsers te ontsnappen? Wat deden de Duitsers om zoveel mogelijk Nederlanders te pakken te krijgen? En welke rol speelde de onderlinge concurrentie tussen de Duitse Wehrmacht, Luftwaffe, Marine en bedrijfsleven?

Binnen het project ‘Arbeitseinsatz’ heeft Henk van der Linden geprobeerd de antwoorden op deze vragen te geven. Ze staan in het boek ‘Niet weten’. Ter illustratie staat in het hart van dit boek het  het Oorlogsdagboek van Jelier Vervloet, die als 17-jarige jongen uit Oude Tonge (Goeree Overflakkee) van 1944 tot einde oorlog dwangarbeider in Duitsland was.     

 


Onze jongens in Indië

De Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog 1945-1949 staat in ons land nog steeds vol in de aandacht. Boek na boek verschijnt erover. Boeken van historici en andere wetenschappers over de rol die onze politici en militairen in die tijd hebben gespeeld. In eigen land en in ‘Ons Indië ‘.  Er zijn vele invalshoeken om dit deel van onze nationale geschiedenis te onderzoeken en te duiden. Een van de vaststellingen in onze tijd is dat de Nederlandse regering van destijds willens en wetens extreem geweld van het leger tijdens de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog in de doofpot heeft gestopt. De excessen waren tot op het hoogste niveau bekend, maar het kabinet keek weg en bood zo het leger vrij spel om de Indonesische revolutie met harde hand de kop in te drukken.

In de perceptie van de oorlogsvoering bij de buitenwereld speelde de Nederlandse legertop een cruciale rol. In patrouilleverslagen werd belastende informatie over excessief geweld gebagatelliseerd of verzwegen. Tegelijk werd geweld van Indonesische zijde aangedikt. Er moesten zo weinig mogelijk schandalen naar buiten komen om het draagvlak voor de regering en het optreden van het leger te vergroten. De meeste media volgden kritiekloos.

Het is de opdracht van historici om de geschiedenis te beschrijven en te duiden. In de visie van onze Stichting echter is dit te beperkt. Het gaat niet alleen om de objectieve weergave van wat er is gebeurd, hoe dat zo kwam en wat de gevolgen daarvan zijn geweest. Minstens zo belangrijk is wat de mensen die erbij betrokken waren er zelf van hebben ervaren. Hun beleefde werkelijkheid hoort er ook bij om de historie te kunnen begrijpen.

In dit geval ontbreekt grotendeels de door onze militairen zelf beleefde werkelijkheid. Hebben zij echt ervaren dat zij daar gingen strijden voor Vrede en Veiligheid? Henk van der Linden pakt in zijn boek ‘Onze jongens in Indië’ dit deel van de werkelijkheid aan. Op zijn beproefde manier: door ze zelf hun verhalen te laten vertellen.

Het resultaat van zijn onderzoek zal in 2024 verschijnen.


Jacques Presser